Nieuws
19.9.9: Grand Opening Uitgeverij Nadorst
Op 19 september 2009 was het dan zover: Uitgeverij Nadorst werd officieel ten doop gehouden. Met de presentatie van de dichtbundel The Greatest Of The Biggest van kO nOrderisk en de roman Groen van Ruben van Luijk maakte de jongste uitgeverij van Nederland een vliegende start.
Een kleurrijk publiek van zo’n 100 personen werd om negen uur in Style Center Rotabs in Rotterdam Noord welkom geheten door Joris Lenstra, voorzitter van Stichting Nadorst, en één van de uitgevers. Na een korte toespraak over het negenjarig bestaan van Stichting Nadorst, aangevuld met een paar stichtelijke woorden over het ontstaan van de nieuwe uitgeverij, werd een unieke documentaire vertoond over de wordingsgeschiedenis van Uitgeverij Nadorst.
Na de film kondigde de dichter kO nOrderisk zijn idool Daniël Dee aan. Daarna moest hij er zelf aan geloven. ‘The Greatest of the Biggest’ kwam met cape, Russische bontmuts en dito laarzen het podium opgesneld, waar zijn vader, Koos Stomp, hem het eerste exemplaar van The Greatest Of The Biggest overhandigde. Vanzelfsprekend droeg kO vervolgens enige verzen voor uit zijn kersverse debuutbundel.
kO’s presentatie werd gevolgd door een korte film waarin een nieuwe roman werd aangekondigd die ging over liefde & lijden tijdens gereformeerde bijbelstudie: Groen. Joris Lenstra betrad wederom het podium, ditmaal om deze roman uit te reiken aan de auteur, Ruben van Luijk. Na een lange lijst mensen bedankt te hebben, bracht de schrijver enige romantiek in de zaal door een fraaie passage voor te lezen over een broeierig potje schaak tussen de hoofdpersoon en het leukste meisje van de bijbelstudiegroep.
Na de beide voordrachten werd de boekentafel geopend en kon het kopen & signeren beginnen. De beide debutanten toonden zich ervaren signeerders en genoten zichtbaar van het contact met hun publiek. Rotterdamse muzieklegende Harry Merry sloot de avond in Rotabs op geheel eigen wijze af; waarna de die-hards naar de SRL@-Galerie gingen voor de afterparty.
…met dank aan Joris Lenstra (tekst) & Lex Zonneveld (fotografie)
